Lang geleden werd in Afrika door de Bahukastam een spel gespeeld dat thepu heette. De stokken die de mensen gebruikten, waren gemaakt van takken uit palmbomen. Met deze stok moest een rubberen bal in het doel van de tegenstander worden geslagen. Tegenwoordig heet dit grenshockey en wordt gebruikt als sla- en stoptraining.In het oude Egypte werd een spel gespeeld waarvan de naam lijkt op hockey: hocksha. De oude Egyptenaren gebruikten hierbij ook gesneden palmboomtakken en een harde bal. Dit spel wordt nog steeds in afgelegen gebieden van Egypte gespeeld.
Arabische stammen spelen het Egyptische hocksha met een houten bal. Dit spel heet dahwa en wordt nu vooral in Noord-Afrika gespeeld.
De Azteken, een oude Indianenstam in Amerika, speelden een soort hockey tegen andere stammen. De ballen waren van hout gemaakt en de stokken van dierenbotten. Deze stokken hadden aan de onderkant dezelfde soort krul als die nu aan een hockeystick zit.
De Mapuche-Huilliche Indianen van de Araucana-stam speelden een spel om te laten zien dat ze de strijd met een ander volk aandurfden. Dit spel heette chueca en werd gespeeld op een veld van ongeveer 200 tot 300 meter lang en 20 tot 30 meter breed. De spelers stonden twee aan twee tegenover elkaar. De wedstrijd begon met een bully (met de stokken 3 keer tegen elkaar slaan en dan zo snel mogelijk de bal voor je team proberen te krijgen) en het was de bedoeling de bal over de achterlijn van de tegenpartij te slaan of te drijven. In de 17e eeuw werd dit spel verboden, omdat regelmatig te ruw
werd gespeeld waardoor mensen gewond raakten. Hockey van de Azteken met sticks van dierenbotten

Maak jouw eigen website met JouwWeb