In 1891 bracht Pim Mulier het veldhockey van Engeland naar Nederland. (Pim Mulier was een Nederlander die een hockeywedstrijd in Engeland had gezien.) In Haarlem werd de eerste keer in Nederland hockey gespeeld (op gras). Bandyspelers gingen buiten het winterseizoen (dan werd het op ijs gespeeld) veldhockey spelen. In 1895 werd al gespeeld om het kampioenschap van Nederland, de winnaar kreeg de Pim Mulier-wisselbeker. In 1898 werd door vijf clubs de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond (NHBB) opgericht in hotel Krasnapolsky in Amsterdam. Vlak na de oprichting verlieten de bandyspelers de bond en gingen ze hun eigen weg. In 1909 waren elf verenigingen lid van de NHBB, in 1919 waren dat er al 29.
Het Nederlands hockey had nog geen spelregels, waardoor er vaak ruzie kwam. Later werden er wel spelregels afgesproken. Zo kreeg Nederland een aantal eigen regels. Zo had de stick twee platte kanten en was de bal gemaakt van gevlochten touw en canvas. De bal was groter en veel lichter dan nu en omdat hij een oranje kleur had, werd hij de sinaasappel genoemd. Spelers mochten de bal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken. Als je als aanvaller de bal kreeg terwijl je dichter bij de doellijn stond dan drie of meer tegenstanders, stond je buitenspel en kreeg je een vrije slag tegen. Deze regels waren natuurlijk niet zo handig in wedstrijden tegen teams uit andere landen. En omdat Nederland met het heren hockeyteam wilde deelnemen aan de eigen Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam, gingen we vanaf 1926 volgens de internationale regels spelen. In datzelfde jaar werd ons land ook lid van de Internationale Hockey Federatie, de FIH.
Nadat het Nederlands herenteam tweede was geworden op de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928, gingen veel mensen hockeyen. Vooral kinderen wilden het hockeyspel wel een keertje proberen. Door de grote groei van jeugdleden werd in 1932 het jeugdhockey georganiseerd door de Koninklijke Nederlands Hockey Bond (de KNHB). Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werden nog steeds competities gespeeld, maar wel minder. Alleen in 1945 werden er helemaal geen competities gespeeld. Toch bleef de hockeybond groeien: na de oorlog had zij al 15.000 leden.
Vanaf 1970 kwamen er meer toernooien, zoals de Europese- en Wereldkampioenschappen voor landenteams en de Europacup voor landskampioenen. Nadat de Nederlandse heren in 1973 in Amstelveen wereldkampioen waren geworden, werd hockey nog populairder in Nederland. Hockey werd daarna nog populairder door de successen van de dames en de heren in 1998 tijdens het WK. En doordat de heren in 1996 en 2000 goud wonnen op de Olympische spelen. De KNHB kreeg hierdoor meer leden, in 2003 hadden ze namelijk 150.000 leden!


Maak jouw eigen website met JouwWeb